ANBI Design Museum Huis Dedel

Stichting Design Museum Dedel
KvKnummer: 70409714
RSIN nummer: 858309324

Bezoekadres
Prinsegracht 15 2512 EW Den Haag

Postadres
Postbus 176 1250 AD Laren

Webadres
www.designmuseumdedel.nl

Bestuur
Martijn F. Le Coultre, voorzitter
Max-Pieter Fränkel, secretaris penningmeester, board@designmuseumdedel.nl
Anna Zinkweg, bestuurslid

Beloning
De bestuurders krijgen geen vergoeding.

Financiële verantwoording
Design Museum Dedel Jaarrekening 2018
Design Museum Dedel Jaarverslag 2018
Design Museum Dedel Jaarverslag 2019

Statutaire doelstelling
De realisatie en instandhouding van een museum in Nederland, en in het bijzonder in en bij Huis Dedel aan de Prinsegracht 15 te ’s-Gravenhage, voor toegepaste kunst, ontwerp- en sierkunst alsmede voor uitingen van reclame; het organiseren en verzorgen van tentoonstellingen, zowel nationaal als internationaal; het uitgeven en verzorgen van publicaties, ook in digitale zin; het organiseren van bijeenkomsten en lezingen op het gebied van kunst en cultuur; de restauratie en onderhoud van het rijksmonument Huis Dedel, zulks mede met het oog op een duurzame exploitatie als museum.

Bekijk de collecties
https://www.iaddb.org

Het verhaal van vormgeving en reclame
Het museum kiest voor een herkenbare focus op het thema reclame en vormgeving. Het levert een scherp profiel op waarmee het museum zich onderscheidt van allee andere aanbieders in het land. Het onderwerp van het museum, vormgeving in de breedste zin, omvat een zeer omvangrijk, veelzijdig en belangrijk verhaal. Het vertellen ervan kan diverse doelen en publieksgroepen dienen.

Missie
Het museum brengt de geschiedenis van reclame, grafische vormgeving en design tot leven voor een zo groot en divers mogelijk publiek. Het museum daagt de bezoekers uit om hun relatie tot de geschiedenis van de reclame, grafische vormgeving en design te verdiepen. Kernwoorden in deze missie zijn:

  • het tot leven brengen van geschiedenis; het museum draagt de beleving (dus niet alleen kennis) van de reclame, grafische vormgeving en design over.
  • voor een zo groot en divers mogelijk publiek: het museum is er niet alleen voor de traditionele museumbezoeker of de specifiek geïnteresseerde, maar voor iedereen die met reclame en vormgeving te maken heeft.

Kernbegrippen

  • Gezaghebbend: het museum stelt zich zowel inhoudelijk als museologisch op als (kennis) instituut van internationale allure.
  • Uitnodigend: het museum is open en transparant, waardoor een breed en divers publiek zich er welkom en thuis voelt.
  • Verhalend: het museum gebruikt aantrekkelijke technieken en methoden om de geschiedenis van reclame, grafische vormgeving en design te presenteren.
  • Bindend: het museum versterkt de band van de bezoekers met vormgeving en nodigt door een afwisselende programmering uit tot herhaalbezoek.

Doelgroepen

  • Toeristen: binnen deze doelgroep vallen zowel de Nederlandse als de buitenlandse toeristen, in alle gradaties en kennisniveaus, alsook andere bezoekers die behoefte hebben aan een samenvattend overzicht: individuele toeristen, groepen (via intermediairs zoals touroperators en gidsen), congresgangers en gasten van de gemeentelijke overheid en van het Haagse bedrijfsleven.
  • Designprofessionals, historici, liefhebbers, etc.
  • Mensen in opleiding. Breed educatief aanbod en het actief betrekken van Hagenaars van allerlei leeftijden, voor scholieren van elke tijdgroep (van 4 t/m 18) een passend programma ontwikkelen. Het museum wordt een opleidingsinstituut voor studenten en professionals, met nadruk op hbo- of wo-stages. Hiernaast een actieve samenwerking met de Reinwardt Academie.
  • De traditionele museale doelgroepen waaronder de kunst, cultuur en geschiedenis geïnteresseerde Nederlander die regelmatig tentoonstellingen bezoekt.
  • Jongeren in educatieprogramma’s. Jonge mensen kennis laten maken met de historische en culturele context van vormgeving

Tentoonstellingen en tentoonstellingsprogramma
In 7 zalen een semipermanent overzicht van 150 jaar vormgeving en reclame. Deze opstelling wordt eens per maand, zaal voor zaal gewisseld. In deze 7 zalen zullen dus altijd topstukken te zien zijn die een beeld geven van deze 100 jarige periode, maar telkens met wisselende zwaartepunten. Elke maand zal er een kleine opening zijn (incl. persbenadering) om de nieuw ingerichte zaal onder de aandacht te brengen. Rond deze opstelling zal er een passende randprogrammering worden voorbereid.

Tijdelijke tentoonstellingen en wisseltentoonstellingen
Op de beschikbare vierkante meters kunnen zeer uiteenlopende tentoonstellingen en evenementen van verschillende grootte worden gerealiseerd. Het succes van tijdelijke tentoonstellingen is voor het gemiddelde museum qua bezoekersaantallen relatief beperkt. Oorzaak daarvoor is o.a. dat het gemiddelde museum vooral bezocht wordt door (buitenlandse) toeristen en er relatief weinig herhaalbezoek is. Deze constatering resulteert in een strategische tentoonstellingsprogrammering. Het museum wil een eigen en trouw expositiepubliek aan zich binden. De programmering wordt daarbij gaandeweg meer en beter afgestemd op de behoefte van dit publiek. Het museum staat hiernaast open voor medegebruik van het museum door andere instellingen en het organiseren van extramurale tentoonstellingen. In de drie grotere zalen zullen tijdelijke tentoonstellingen worden georganiseerd, soms één tentoonstelling die drie zalen inneemt, soms in elke zaal een eigen tentoonstelling. Eén van de zalen moet ruimte garanderen voor ad-hoc tentoonstellingen. De tentoonstellingen kunnen wisselend van lengte zijn, maar er wordt naar gestreefd om zes tentoonstellingen per jaar te organiseren, elk vergezeld van een publicatie, opening en randprogrammering. In de programmering zal rekening worden gehouden met de verschillende voorkeuren van de doelgroepen.
De thema’s van deze tentoonstellingen zullen zeer divers zijn; van monografische tentoonstellingen over één specifieke ontwerper tot tentoonstellingen over één thema, zoals reizen, roken, autoreclame of politiek. Maar ook tentoonstellingen over een bepaalde periode (‘Fin de siècle’, ‘Seventies’, ‘Tweede Wereldoorlog’), over een bepaald land (‘Cubaanse Affiches’, ‘100 jaar reclame in Frankrijk’, ‘Ostalgie’), of stroming (Russische Avantgarde, psychedelic design, minimal design). Bij het samenstellen van het tentoonstellingsprogramma zal worden bekeken of er wordt aangehaakt bij lokale of landelijke opgepakte thema’s, evenementen, herdenkingen of andere manifestaties (100 jaar De Stijl, North Sea Jazz, 400 jaar betrekkingen met Japan, e.d.). Indien mogelijk/wenselijk wordt dan samengewerkt met andere instellingen. De wisseltentoonstellingen zullen voornamelijk worden georganiseerd in de periode september-april om in deze wat museumbezoek betreft rustige periode publiek en publiciteit te genereren. In de zomermaanden (mei-augustus) voornamelijk inzetten op de semipermanente opstelling en één zomeropstelling in alle overige zalen.

Kennisknooppunt
Het museum ambieert niet het enige kenniscentrum op het gebied van reclame en vormgeving te zijn, maar wil wel de verspreiding van de kennis over de geschiedenis van vormgeving en reclame voortdurend delen, verbeteren en vergroten. Daartoe worden gemeenschappelijke onderzoeksprogramma’s in samenspraak met externe partijen als universiteiten, hogescholen, culturele instellingen, archieven, etc. opgesteld en ondersteund. Het museum wil daarnaast excellent marktleider zijn op het terrein van specifieke museologische kennis, zoals overdracht- en presentatiemethoden, en behoud en beheer van grafisch cultureel erfgoed. Deze kennis wordt nationaal en internationaal gedeeld middels een (pro-) actieve houding op congressen, in workshops en met publicaties.

Collectie
De collectie vormt de basis van het museum en is een belangrijk deel van het verhaal dat we willen vertellen. Het museum beheert een zeer grote en divers collectie van hoge kwaliteit en behoort tot een van de grootste in Europa. Naast de bewaar- en behoudsplicht heeft het museum ook een ontsluitingsplicht: het tonen van de collectie. Primair in het museum, maar ook extramuraal en digitaal. Een belangrijke stap is de volledige ontsluiting via internet, het museum streeft erna zijn collectie ook zoveel mogelijk online aan te bieden via een samenwerkingsverband met de https://www.iaddb.org Het museum stimuleert collectiemobiliteit. Indien mogelijk kan de collectie ook extern getoond worden bij partners in Den Haag, in de regio en in musea in binnen- en buitenland. In de toekomst zijn wellicht ook, onder strikte voorwaarden, bruiklenen mogelijk aan niet-museale relaties (semiopenbare gebouwen, bij partijen als sponsors of andere stakeholders). (evt.: met reizende exposities en bruikleenverstrekking kan de rijke collectie bijdragen aan de inkomstenvorming van het museum (bruikleenvergoeding) .)

De locatie
Achter de keuze voor het pand aan de Prinsegracht liggen twee gedachten ten grondslag: het pand zelf heeft al een grote aantrekkingskracht van zichzelf; door hier een dynamisch museum te huisvesten ontstaat een culturele combinatie die in Nederland nog niet aanwezig is. Toeristen worden hiernaast niet alleen binnen de museummuren bediend, maar ook naar boeiende plekken in de stad en daarbuiten doorverwezen, bij voorbeeld naar andere erfgoedinstellingen, musea en archieven.

Internationale producties
Door het museum zal veelvuldig medewerking worden verleend aan exposities in binnen- en buitenland, vooral door het kosteloos
en ad-hoc kunnen aanleveren van bruiklenen. Deze onbaatzuchtige opstelling van het museum, gecombineerd met de hoge kwaliteit van de collectie, zal een negatieve balans op het gebied van bruikleenverkeer veroorzaken: aanzienlijk meer stukken zullen worden uitgeleend dan dat er stukken van elders worden geleend voor producties in eigen huis. Het museum co-financiert aldus in natura producties van collega-instellingen in binnen- en buitenland. Het museum gaat zelf producties samenstellen die worden verhuurd aan musea in de hele wereld: reizende tentoonstellingen over thema’s die internationaal tot de verbeelding spreken, met objecten die veel publiek trekken. Sommige van deze en andere projecten zullen met collega-instellingen en andere partners worden opgezet. Zo kunnen er met enkele internationale collega-musea afspraken gemaakt worden over thema-exposities.